De laatste maanden heb ik regelmatig uit onze eigen ervaringen verhaald. Hoe we in Hongarije geïnteresseerd zijn geraakt, hoe onze eerste rondreis verliep, wat we allemaal beleefden, eigenlijk van alles wat. Laatst waren wij in de “Jász-Nagykun-Szolnok-megye” (wat een naam…) provinciehoofdstad, Szolnok, om daar van de kerstmarkt te genieten. En wat gebeurt er? Niets. Eigenlijk hebben we helemaal niet genoten en dat was gelijk weer een aanleiding voor het volgende artikeltje.

Vroeger, voor de 90-er jaren, bestond Kerstmis in Hongarije net zo goed als overal elders, maar er werd publiekelijk weinig aandacht aan besteed. Kerstmis was een christelijk feest en wie daar aandacht aan wilde besteden deed dat maar thuis, in strikte familiekring. Kerstmis werd ook niet op 25 december gevierd maar, om de een of andere duistere reden, op kerstavond, op 24 december. Traditioneel wordt dan een knal -paprika- rode en vaak pikante riviervissoep gegeten, eventueel gevolgd door gepaneerde gebakken riviervis en, wanneer heel serieus uit de band werd gesprongen, gevolgd door heerlijke en typisch Hongaars/Roemeens gevulde koolrolletjes (töltött káposzta).

Kerstmis werd door de overheid niet zo uitbundig gevierd met als gevolg dat, door de traditionele viering thuis, restaurants gesloten waren en de hotels boden, voor zover er met Kerstmis “Überhaupt” reizen naar Hongarije werden georganiseerd, een soort “feestelijk noodrantsoen” als kerstdiners aan.
Na het opengaan van de grenzen kwam een ander soort Kerstmis in beeld. Kerstmis naar een Duits/Oostenrijks model met kerstmarkten, met meer toeristen en met service in de hotels, want de Hongaarse vertegenwoordigers in het Hongaarse buitenland kregen door, dat bij zulke gelegenheden veel meer winst kon worden gemaakt. Waar rond de kersttijd meer toeristen kwamen, nam het niveau van de kerstactiviteiten snel toe. De stands van schragen met planken en een zeildoek er overheen werden een beetje versierd met kersttakken, een jaar later voorzien van verlichting, gevolgd door verwarming en nog weer (enkele jaren) later werden het zelfs (afsluitbare) houten huisjes met versieringen naar Oostenrijks en Duits voorbeeld. Zo kwamen er consumpties, meestal verwarmd, en nu is het zover dat in steden als Boedapest en Szentendre, maar ook in het barokke GyÅ‘r en Sopron de kerstmarkten relatief uit hun voegen barsten (goed renderen). De straling van de sfeerverlichting, de geur van Glühwein, de geur van houtovens en de lekkernijen uit die houtovens maken dat al wekenlang voor de Kerstmis genoten wordt van kerstsfeer en gezelligheid. De kerstbedrijvigheid, die de brede seizoensbedrijvigheid in die steden overtreft, maakt dat Boedapest en de grotere steden dichter bij de grens met Oostenrijk, toeristische heerlijkheden zijn, en worden zelfs geduchte concurrenten voor de kerstmarkten in andere landen.

Niet alleen de hoteliers hadden in de gaten dat Kerstmis winstgevend kan zijn, de overheid had het ook door en reageerde met duurdere standplaatsen en duurdere voorzieningen. In de al bekende plaatsen waren de omzetten toereikend voor de duurdere overheidslasten, maar in kleinere steden en dorpen werd de “stijl” van de eerste kerstmarkten gewoon voortgezet. In aanzien waren de stands niet veel anders dan de stands op de gebruikelijke boeren – of boerse – weekmarkten. Zelfs het aanbod varieert nauwelijks ten opzichte van het aanbod op de weekmarkt. Hooguit zo’n twee a drie stands leveren wat kaarsjes, kerstballen, slingers en reukolie, de overgrote meerderheid beperkt zich tot het gebruikelijke ondergoed en andere kleding, speelgoed geweren voor de kinderen, bedenkelijk gewelddadige literatuur en gereedschappen. In navolging van de grote steden werden ook daar – tot meerdere glorie van de gemeenten – de gemeentelijke tarieven verhoogd.

In Szolnok was de situatie een paar jaar geleden vergelijkbaar. In vergelijking tot een gemiddeld maandloon voor een Hongaar van toen – ongeveer 80.000 Forint (nu ongeveer 270 Euro) – kostte een standplaats op de kerstmarkt 230.000 Forint voor een paar weken tot Kerstmis, plus de belastingen, energie en wat het gemeentebestuur verder nog maar kon bedenken. Met die kosten stortte de kerstmarkt helemaal in en was de zakelijke belangstelling voor een plaats op de kerstmarkt helemaal verdwenen. Dit jaar is er weer een kerstmarkt. Sterker nog, dit jaar zijn er zelfs twee. De grootste is nog altijd op dezelfde plaats en in dezelfde stijl als de vroeger. Een nieuwe kerstmarkt is met een stedelijke kerstboom (daarover in een volgend artikel meer) en een kerststal voor het stadhuis op gezet. Zoals in de grote steden: houten huisjes die van de gemeente – vanwege de eenheid – moeten worden gehuurd, met een bijna gelijke inrichting en met terrasjes voor de deur. Want op de kleine kerstmarkt kan alleen maar gegeten en gedronken worden bij over-proportionele (disco) muziek. De standhouders wilden niet vertellen wat ze nu moeten betalen en wat de gemeentelijke voorwaarden zijn…
Opvallend is dat, helemaal in overeenstemming met de vergane politieke “glorie” uit het verleden, de Hongaren in de provincie nog altijd niet in staat lijken te zijn om een gezellige, sfeervolle en gevarieerde kerstmarkt te maken met voor ieder wat wils. Zelfs het aanleren van een soort openbare kerstgezelligheid is blijkbaar moeilijker dan je zou denken, terwijl diezelfde Hongaren zonder christelijke aanleiding kunnen feesten en leven als “Goden in Frankrijk”. Het politieke verleden heeft wat op z’n geweten…

De bekende plaatsen met succesvolle kerstmarkten zijn dichtbij de Oostenrijkse grens te vinden, in Sopron en richting Boedapest in GyÅ‘r en Esztergom, Verder naar het oosten in Eger en Debrecen en terug naar het (zuid) westen in Kecskemét, Szeged en Pécs. Sommige plaatsen hebben meerdere kerstmarkten maar Budapest spant de absolute kroon. Er zijn veel kerstmarkten en waarschijnlijk heeft ieder van de 23 districten wel een kerstevenement. Meest “waardevol” is de heel grote kerstmarkt aan de Dóza György út bij het Heldenplein, gevolgd door de stijlvolle kerstmarkt aan het begin van de Váci utca (Winkelstraat), het Vörösmarty tér en ook in de binnenstad de hele omgeving van het Engels tér, het oude autobusstation. Voor ons steekt de fraaie en sfeervolle kerstmarkt op het plein voor de Szent István Bazilika met kop en schouders boven alle kerstmarkten uit en is een zegen voor de Boedapest bezoekende toeristen. Het is duidelijk dat het succes van de kerstmarkten zich verspreid als een soort olievlek, alleen, de olie is taai en stroperig.