Hongarije, Meerdere landen

Hongaarse gemeenteraadsverkiezingen

Het oorspronkelijke artikel was binnen een week na de Hongaarse gemeenteraadsverkiezingen publicatie klaar, maar toen gebeurde iets onverwachts. Het artikel dat nu voor u ligt is het oorspronkelijke, aangevulde verhaal.

Lang van te voren voorbereid, zijn op 3 oktober de Hongaarse gemeenteraadsverkiezingen gehouden. Na het uitzonderlijke succes van de liberale Fidesz en de extreem rechtse Jobbik partijen bij de Hongaarse parlementsverkiezingen in april, werd uitgekeken naar de resultaten van de gemeenteraadsverkiezingen. Zouden de socialisten terug komen, of zouden ze misschien nog verder terug geslagen worden? Zou de Fidesz haar hoge parlementaire niveau handhaven, of zouden ze nog verder vooruit stevenen, of terug gezet worden? Zou voor de Jobbik hetzelfde gelden als wat ik over de Fidesz gezegd heb? Het hele land leefde in een onbestendige verwachting.

De uitslag van de stad Boedapest hebben wij hoofdzakelijk op de televisie meegemaakt en daar hebben we gezien dat de Boedapester tendens zich heeft bevestigd. Was Boedapest vanuit het oude systeem gezien knalrood van kleur, in de loop van de verkiezingen werd Boedapest Fidesz-oranje. Deze kleur kwam langzaam op bij de vorige verkiezingen en omvatte toen de helft van de kaart van Boedapest. Nu kleurt 87% van Boedapest oranje en zijn er nog maar 3 van de 23 districten (13%) die géén Fidesz burgemeester krijgen. Sommige gemeenten zijn totaal doorgeslagen en hebben een extreem rechtse burgemeester met een extreem rechtse gemeenteraad gekregen, maar dat zijn gelukkig uitzonderingen.

Wie is eigenlijk die Fidesz? Fidesz is een rechts van het midden georiënteerde partij en bevindt zich op het “D66 niveau”, alhoewel de zakelijke inzichten met de VVD vergelijkbaar zijn.

Fidesz is in 1988 begonnen als een jongerengroep op een van de universiteiten in Boedapest, die zich door het communistische systeem onderdrukt voelde. Die groep, met in hun midden de huidige premier Victor Orbán, vond al snel over meerdere universiteiten in het hele land verspreid aanhang en het totaal van de zo gevormde groepen liet zich het verbond van jonge democraten noemen, vertaald “Fiatal Demokraták Szövetsége”, letterlijk “Jongere Democraten Verbond”.

In 1990 kreeg Fidesz al een zetel in het Hongaarse parlement en na teleurstellende verkiezingen voegde Fidesz een ander doel aan haar naam toe, de Magyar Polgári Part, of wel de “Hongaarse burger partij”. De partijkoers werd conservatief, wat voor verschillende leden reden was om op te stappen en een eigen partij te beginnen. Ondanks dat werd in 1998 met die nieuwe partij, en met de partij van kleine boeren, een coalitie aangegaan, en Victor Orbán werd premier.

In mei 2002 verloor Fidesz na verschillende hertellingen nog maar net de verkiezingen. Dat verlies werd dramatisch nadat de nieuwe socialistische premier Ference Gyurcsán in een geheim overleg – met microfoons – had toegegeven dat de Hongaarse socialistische politiek “’s morgens, ‘s middags en ‘s avonds” loog. Het resultaat werd zichtbaar door een overtuigende Fidesz winst bij de daarop volgende gemeenteraadsverkiezingen, dat zelfde jaar in Oktober. De socialisten bleken door verschillende grootkapitalistische- en beleidsblunders van rijke socialistische premiers niet in staat om binnen vier jaar enig vertrouwen terug te winnen en verloren de verkiezingen van afgelopen april op een dramatische wijze. Fidesz kreeg daardoor met redelijk gemak een absolute, meer dan, twee-derde meerderheid in het parlement met opnieuw Victor Orbán als premier.

In mijn artikeltjes schrijf ik verschillende keren over de gemeente Martfu, de stad waar wij wonen en waar de actuele verkiezingsresultaten laten zien hoe “hoogmoed voor de val” komt.

Martfu had een onafhankelijke burgemeester die 4 jaar geleden begon in een gemeente met een enorme schuld van netto 350.000.000350.000.000 Forint, op een bevolking van bruto ongeveer 7.000 inwoners die hoofdzakelijk een inkomen van bruto 80.000 Forint (290 Euro) per maand “genieten”. In zijn gemeenteraad zat één socialist die tevens de regionale vertegenwoordiger was in het Hongaarse parlement. Omdat hij in het parlement verschillende keren als een soort dissident (in het belang van zijn kiezers) tegen zijn partij had gestemd, zag hij al aankomen dat, wanneer hij sowieso verkiesbaar zou worden gesteld, een niet verkiesbare plaats zou krijgen. Hij stelde daarom zijn hele politieke carrière ter beschikking. Zijn opvolger als regionale vertegenwoordiger in het parlement werd ook al een raadslid uit Martfu maar, hoe kan het ook anders, van Fidesz. Toen de verkiezingen van de derde oktober er aankwamen stelde deze regionale parlementariër zich gemakshalve ook kandidaat als burgemeester. Van belangenverstrengelingen wilde hij niet weten. Daar stond hij, zoals hij iedereen vertelde, ver boven. Bovendien staat de nog altijd oude wetgeving uit het vorige regime zulke belangenverstrengelingen toe. Omdat hij verwachtte dat hij, als parlementariër, ongetwijfeld als burgemeester zou worden gekozen, ging hij er vanuit dat “zijn” partij niets meer te verliezen had, en had hij voor de gemeenteraad met acht gemeenteraadsleden maar liefst 13 kandidaten bijeengetrommeld, waaruit de kiezers konden kiezen, want zo gaat dat in een democratie.

Om zeker te weten dat er niet stiekem op een ander gestemd zou gaan worden (de burgemeester stelde zich opnieuw beschikbaar als burgemeester, net zo goed als de onafhankelijke raadsleden, nog een paar nieuwe onafhankelijke raadsleden en 3 extreem rechtsen), voerde hij campagne. Natuurlijk kon hij zich als lid van een politieke partij meer en grotere affiches en folders permitteren dan de onafhankelijke kandidaten die alle kosten uit eigen zak moesten ophoesten. En natuurlijk kon hij voor zijn bijeenkomsten grotere zalen afhuren. In zijn bijeenkomsten beloofde hij als programma voor ouderen niet alleen één gratis avondeten per jaar, maar zelfs een gratis excursie. Zo ongeveer in de stijl van gratis lolly’s voor kindertjes, wanneer ze maar gehoorzaam zijn.

Zijn bijeenkomsten voor de echte werkende klasse, van wie de meeste belastinginkomsten te verwachten zijn, werden wat grover gepresenteerd en vooral ten opzichte van zijn opponent, de burgemeester, werd op een ongelooflijke manier op de man en zijn persoon gespeeld.

Dat het beleid van de vorige burgemeester gemaakt had dat de enorme schuld van de gemeente -ten tijde van de grote internationale economische crisis- binnen drie jaar was ingelost, was niet de verdienste van de burgemeester, maar van hem en de raadsleden van zijn partij. Zijn voorstelling van de gemeentelijke positie en de gevolgen van het gemeentelijke beleid in de afgelopen vier jaar was zo overdreven, geforceerd en negatief, dat hij -en zijn partijgenoten- bij de laatste grote bijeenkomst voor de verkiezingen, publiekelijk werd uitgefloten. Om die laatste bijeenkomst goed te maken werd op een open veldje -door de parlementariër en zijn mede kandidaten- voor alle geïnteresseerde stadsgenoten nog een maaltijd gekookt. De maaltijd was goed en we kregen er zelfs gratis drank en schilderijtjes bij. De rechts extremisten maakten het nog bonter en vroegen zich tijdens een door de burgemeester zelf georganiseerde bijeenkomsten schreeuwerig af, hoe een vrijgezelle snotneus “zonder eigen familie, zonder kinderen” het maar waagde om zich opnieuw -en maar liefst opnieuw als burgemeester- kandidaat te stellen.

De afloop van de verkiezingen was voor buitenstaanders redelijk voorspelbaar: de burgemeester mocht met 77% van de stemmen blijven en de 8 verkiesbare raadsplaatsen werden stuk voor stuk door, door de burgemeester voorgestelde, niet partijgebonden onafhankelijke ingevuld. Fidesz telt de komende vier jaar in Martfu niet meer mee. De burgemeester wacht de moeilijke taak om onervaren, partijloze en goedwillende, nieuw gekozen, onafhankelijke raadsleden naar correcte beslissingen te begeleiden. Ik weet nu al zeker dat het hem gaat lukken, want op 8 februari had ik het voor Hongarije.inzaken.eu al opgeschreven: Martfu is een verantwoordelijke stad.

Binnen één week na de verkiezingen gebeurde het onverwachte, trieste vervolg. Ik houd u verder op de hoogte over hoe het Martfu als mijn voorbeeldstad verder vergaat.

 

 


In memoriam, Dr. Bakonyi Peter, jurist, leraar en Burgemeester, 34 jaren oud.

 

Op dinsdagavond sprak de herkozen burgemeester voor de stedelijke TV zijn dankwoord uit. Het grote enthousiasme dat verwacht mocht worden ontbrak. Woensdag hoorde ik dat de burgemeester ziek thuis was gebleven, bij zijn zwaar MS-gehandicapte moeder. Vrijdag werd hij naar de IC afdeling van het ziekenhuis in Szolnok vervoerd waar hij zaterdag ‘s morgens overleed aan, u kunt het misschien nauwelijks geloven, buikvliesontsteking. Uit persoonlijke ervaring en vriendschap weet ik dat zijn leefstijl goed was met ruimschoots voldoende groenten en vitamines.

Voor mij bestaat er maar één, waarschijnlijk niet aantoonbare, reden voor zijn overlijden: uitputting en een afgetakelde weerstand als gevolg van de verkiezingscampagne.

Leave a Reply