Net zoals de meeste landen heeft Hongarije een aantal nationale feest- en gedenkdagen. Het gebeurt niet vaak dat twee tegenstrijdige gebeurtenissen op één dag samen vallen, maar 23 oktober is zo’n dag en die dag hebben we net achter de rug. Op 23 oktober herdenken de Hongaren het uitbreken van de opstand in 1956 tegen het stalinistische regime in wat toen de “Hongaarse Volksrepubliek” heette. Herdacht worden in de eerste plaats de slachtoffers die bij die opstand zijn gevallen. Op 23 oktober wordt ook het ontstaan van de huidige “Hongaarse Republiek” in 1989 gevierd. Is het een toeval dat beide gebeurtenissen gelijktijdig gevierd worden? Of was het misschien wel geraffineerd en weldoordacht? We zullen de loop der gebeurtenissen aan ons voorbij laten gaan en onze conclusies trekken.
Veel Nederlanders van voor, tijdens en net na de tweede wereldoorlog kunnen zich de Hongaarse opstand nog herinneren. Zeker in die tijd leek Hongarije veel verder weg te zijn dan nu het geval is. We hoorden zelden over Hongarije en het reizen was – in zijn algemeenheid – niet zo eenvoudig en massaal als tegenwoordig. Toch ging de opstand niet zonder meer aan Nederland voorbij want, ondanks dat vrijwel gelijktijdig een overweldigende belangstelling naar de “Suez crisis” uitging, werd er vanwege de opstand in Hongarije hard gedemonstreerd voor het communistische partijgebouw in Amsterdam, tevens het gebouw waarin de krant “De Waarheid” van de communistische partij werd gemaakt. Ik herinner mij nog een van de mopjes die toen over die krant gemaakt werden: “”De Waarheid”, vijf cent, zonder leugens een kwartje”. Maar ook herinneren wij ons nog de schokkende beelden uit Hongarije die door het (Polygoon-Profilti) journaal werden vertoond, net zo als beelden over de treinen met Hongaarse vluchtelingen, die vanuit Wenen in Utrecht aankwamen, en van Koningin Juliana die de vluchtelingen in de immens grote hallen van het Jaarbeurs-complex opving. Hallen die voor de gelegenheid waren volgestouwd met veldbedden voor een tijdelijke opvang. Wat minder in onze herinnering leeft misschien het feit, dat het Nederlandse Olympische Team niet aan de Olympische Winterspelen deelnam, omdat daar ook de Sovjet Unie vertegenwoordigd was en de Nederlanders daar – na de Hongaarse opstand – niets mee te maken wilden hebben.
De Hongaren hebben de afloop en de gevolgen van hun opstand anders ervaren en beleefd. Heel tactisch hebben de sovjets toegestaan, dat de naam van de heersende communistische partij werd veranderd in de “Magyar Szocialista Munkáspárt”, ofwel de “Hongaarse socialistische arbeiders partij”. De Hongaren realiseerden zich in meerderheid niet, dat de Hongaarse sovjet marionetten die de Hongaarse touwtjes in handen hadden, dezelfde waren en dat ook het partijprogramma en de wetgeving vrijwel volledig gelijk waren gebleven. Natuurlijk vonden er wat wijzigingen plaats. Zoals de door Moskou aangestelde János Kádar, eerst als partijleider en later als partijleider en regeringschef. Als – bijna letterlijk – “doekje voor het bloeden” werd stilzwijgend toegestaan dat jaarlijks op 23 oktober de slachtoffers van de opstand werden herdacht.
Anders dan in 1956 vond in 1989 een geweldloze revolutie plaats. Zonder bloed vergieten en geïnitieerd door een zogenaamde Pan-Europese picknick aan de Hongaarse grens met Oostenrijk, nabij de Hongaarse plaats Sopron. Die picknick werd georganiseerd door de Europarlementariër Otto von Habsburg (Hoofd van het Habsbugse huis die zijn rechten op de Hongaarse troon nooit heeft opgegeven) en de Hongaarse Minister van Staat Imre Pozgay, met het kennelijke medeweten van premier Miklós Németh die daarover met de Sovjet leider Gorbatsjov overlegd had. Deze informatie is pas veel later door de oud Bondskanselier Helmuth Kohl via een ZDF televisiedocumentaire publiek geworden. Tijdens de “Pan-Europese Picknick” werd voor het eerst de grens geopend en de naar Oostenrijk “vluchtende” DDR toeristen uit Hongarije zetten een beweging in gang die uiteindelijk niet meer vreedzaam te stoppen was. Halverwege september gingen de grenzen min of meer definitief open en kwam het zogenaamde socialistische systeem, gebaseerd op het communistische systeem van voor oktober 1956 in een vrije val.Daarna heeft diezelfde partij begin oktober 1989 haar politieke monopolie op een extra partijcongres opgegeven. Het directe gevolg en vervolg was, dat de heersende, op de oude structuren gebaseerde partij de grondwet aanpaste en de naam van de “Hongaarse Volksrepubliek” veranderde naar “Hongaarse Republiek”. De officiële bekendmaking werd door president Mátyás Szűrüs, hoe is het mogelijk, of zeg ik liever “God betere het”, uitgerekend op 23 oktober 1989, vanaf het parlementsgebouw geproclameerd.
De gevolgen van het voorgaande zijn tweeledig. Op de eerste plaats had Hongarije tot april van dit jaar géén parlement met voldoende meerderheid (66%) voor grondwetswijzigingen. Daardoor zijn de Hongaarse wetten – ondanks dat Hongarije een erkende democratie is – nog altijd in belangrijke mate door de oude socialistische = communistische regels beïnvloed. Op de tweede plaats passen de rouw om de slachtoffers en de vreugde over de nieuwe republiek niet of nauwelijks in één jasje of te wel op één dag. Men kan zich afvragen, of de proclamatie van de nieuwe “Hongaarse Republiek” niet een van de laatste geraffineerde streken van het oude regime was, om herdenkingen van de – tegen het oude regime gerichte – opstand tot een minimum te beperken. Inderdaad, iedereen was vrij, alle winkels waren gesloten, hier en daar werd gevierd en op andere plaatsen werd herdacht. En inderdaad, is het een dubbelzinnige feestdag, of een geraffineerd samenvoegsel? U mag het zeggen.



Leave a Reply