Nederland

Marja Zomer: “Ik ben een romantisch kunstenaar.”

Marja Zomer 4

Ik zag Marja Zomer aan het werk in Het Archief in Rotterdam. Daar maakte ze portretten on the spot. Met de gezichten recht naar voren. In nog geen kwartier, om precies te zijn in 13 minuten per portret. In totaal 82 stuks die op elkaar leken, maar bij nader inzien ook erg verschilden, qua achtergrondkleur, qua gebruikte materialen en qua gezichtsuitdrukking.

Ik bezocht haar in haar atelier in de Van Oldenbarneveldtstraat, de opslagplaats van het werk van Maria Roosen, in Arnhem. De kachel brandt flink door, boven ons hangt een kroonluchter van porselein, bekerachtige ronde vormen. Links van me een soort ronde badkamer. Allebei werken van Jan Broekstra, de overleden man van Maria Roosen.

Een portret begint met …

Marja heeft een groen jasje aan, met rood- gele vlammetjes. Ze heeft ze erop geborduurd om de brandgaten – van het lassen van haar schip Jannetje, waarover zo meteen meer – te dichten, vertelt ze.

Hoe begon ze de portrettekeningen, met de neus wellicht? “Nee, niet met de neus. Soms als een persoon een bril op had met de bril, soms met sprekende ogen, soms met de wenkbrauwen, soms het eivormige hoofd. Over het algemeen dat wat me van een persoon het eerst opvalt.” Ze keek de tekeningen thuis nog na met een foto die ze van de persoon had gemaakt, en werkte de tekening indien nodig nog af. Sommigen geportretteerden vonden dat ze er ter streng op stonden, maar de meesten waren erg tevreden met het resultaat. 

Ze begon met portretten in 2017; ze tekende en schilderde haar moeder op haar sterfbed. Later tekende ook het lichaam van haar overleden moeder. Ze had daarvoor af en toe wel een zelfportret getekend. “Het heeft zich ontwikkeld. Ik ging mijn vrienden schilderen, mijn familie. Dat is doorgegaan. Het bevalt me, het is een uitdaging. Het moet lijken, maar het mag geen geklooi worden. Om mezelf uit te dagen gebruikt ik dan weer dekkende verf, dan weer transparante. Of gebruik ik verschillende kleuren ondergrond.”

Bomen

Daarnaast hingen er onder meer boomtekeningen en waterlandschappen op de tentoonstelling. De boom is bij haar eigenlijk ook een portret, vol met lijnen, uitstulpingen en ogen. “Ik ben geboren in een huis aan de Bosweg in Lochem, naast het bos. De bomen had ik altijd om me heen. Als ik met de hond ging wandelen liep ik langs die bomen, die ik allemaal leerde kennen, als entiteiten. Later ging ik ook naar een bepaald bocht in de IJssel. Allemaal plekken waar ik me fijn voel. In de zomer ligt mijn schip Jannetje vaak in de Loowaard, oostelijk van Arnhem. De brug van het nieuwe stuk snelweg van de A15 gaat er binnenkort over heen. Het is nu een verwilderd gebied. Aan boord maak ik klein werk, teken ik de oude wilgen- met veel spiegelingen – en het land erachter, en later werk ik dat eventueel op groter formaat uit.”

Naast haar ruimte in de Van Oldenbarneveldtstraat is een keramiekwerkplaats met oven. Ze is nu bezig met een serie Nederlandse monumentale bomen op porselein, ze tekent de boom in de natte klei. De groef vul ze met zwart glazuur. Ze laat de tekening en de plaat zien met het werk erop.

Hoe zou ze haar thema omschrijven?

“Schoonheid is de motor. Het gaat om de wereld om me heen. Ik zie iets en ik ben ontroerd. Dan komt de techniek. Kleurpotlood? Verf? Porselein? Ik onderzoek dat. Ik maak veel foto’s, van landschappen, bomen, koeien, paarden.” Ik zie voor me een schilderij van een jong zwart veulen aan de oever met wat dunne bomen in avondlicht erachter. “Hij was uitgebroken en verwilderd. Ik heb vriendschap met hem gesloten, ik gaf hem roggebrood. Er liep ook een kudde konikpaarden rond, die waren agressief naar hem. Hij was kreupel.”

Ze maakt ook sculpturen. Op haar website zie ik onder andere de grafkist van haar moeder, vol me bloemen met op de achtergrond het bos. “Mijn moeder maakte prachtige wandkleden en bijzondere kleding voor zichzelf. Ze was eigenlijk textielkunstenaar.” De meeste sculpturen zijn objets trouvés, stukken hout die aan komen drijven en gevonden dingen waar ze mee verder gaat.

Heeft Marja een sleutelwerk? 

Na de Arnhemse kunstacademie ging ze in 1989 naar de Jan van Eyck Academie in Maastricht waar ze een masteropleiding deed. ” Ik ging een week in een hutje in de Ardennen zitten, om bomen te tekenen. Toen ik een bijzonder karaktervolle boom tekende, en de spanning in de lijnen van de stam volgde snapte ik opeens hoe Cézanne had gekeken, met gebogen lijnen en volumes, ‘bouwend’. Als ik tegenwoordig lekker aan het tekenen ben, voel ik weer de opwinding die ik toen voelde.”

Na de Jan van Eyck kon ze met verschillende stipendia en werkbeurzen aan de slag. Ze maakte veel werk en dat werd goed opgepikt door verschillende collecties, onder andere kwam werk in de stadscollectie van Rotterdam in het Boymans terecht.  

Een jaar keukenmanager

Rond de eeuwwisseling draaide ze evenwel vast. Ze werkte vervolgens een jaar bij AVL Ville (van Joep van Lieshout). “Daar heb ik een jaar het restaurant en de keuken gedaan. Het was het jaar van Rotterdam Culturele Hoofdstad (2001). Er werkten 20/30 man. Van Lieshout propageerde een autarkisch leven. Er werkten daar meer mensen die een schip hadden waarop ze woonden. Dat leek mij ook wel wat, zo’n bewegend leven, onderweg kunnen zijn. Ik kocht een oude Urker kotter, casco.”

Het schip leefbaar maken, de hele infrastructuur ervan aanleggen, de inrichting, een ‘tiny house’ in stalen omhulsel ontwerpen en bouwen in de beperkte ruimte, was een grote klus. Ze was er zo’n vijf/zes jaar (en nog steeds soms) mee bezig. “Ik vind het te gek om te lassen, snijbranden, en 3D te bouwen. Ik ben in de loop der jaren een stuk technischer geworden. Het bouwen was een verrijking voor het schilderen. Maar uiteindelijk is het hetzelfde, 2D of 3D, het gaat met dezelfde blik en opvattingen. 

Ik schilder en teken het schip en de dingen aan boord nu ook. Het reizen met het schip werkt inspirerend. Andere landschappen, andere plekken. Veel Lek, Rijn en IJssel. De bossen en bomen daaromheen. Andere kunstenaars doen dat door residenties. Ik leef het romantische beeld van een kunstenaar. Ik ben ook een romantisch kunstenaar.”

Tot slot, wat is haar filosofie?

Marja: “Ik schilder en teken de dingen en de mensen waar ik van hou, die me ontroeren, maar ben ook van mening dat het er uiteindelijk om gaat hoe de verf, de lijn, het kijken, het licht, dingen als compositie en schoonheid tot een beeld komen dat meer is dan de optelsom.”

https://marjazomer.nl/

https://marjazomer.nl/oog-in-oog-in-het-archief/

https://www.instagram.com/marja_zomer/

https://lnkd.in/eWuDDZq3